Ahmed Aboutaleb: van verslaggever naar beleidsbepaler

Ahmbed Aboutaleb werd op 29 augustus 1961 geboren in Beni Sidel, een klein dorp in het noorden van Marokko. Op zijn vijftiende vertrekt hij met zijn moeder en zussen naar Nederland, waar zijn vader al een tijdje werkzaam is.

Ahmed Aboutaleb is gretig om te integreren in zijn nieuwe thuisland. Hij leert de Nederlandse taal en meldt zich aan bij een christelijke LTS voor een opleiding elektrotechniek. Hij stroomt door naar de mts, om in 1986 ook een hts diploma te halen.

Publieke zaak

Hoewel je zou verwachten dat iemand met drie technische diploma’s op zak carrière in de techniek zou maken, kiest Aboutaleb een andere richting. Hij besluit zich in te zetten voor de publieke zaak. Eerst als journalist, later in het openbaar bestuur.

In 1987 wordt hij journalist voor onder meer RVU televisie,Radio Stad Amsterdam en Radio Noord-Holland. Ook is hij verslaggever bij Veronica Radio, NOS Radio en RTL-nieuws.

In 1991 stapt hij over naar het openbaar bestuur. Eerst zet hij zich als ambtenaar in bij het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, daarna bij de Sociaal-Economische Raad (SER) en bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Dankzij zijn werkervaring heeft Ahmed Aboutaleb de maatschappij goed leren kennen. Een rol als bestuurder bij Forum (Instituut voor multiculturele ontwikkeling) in 1998 ligt hem dan ook goed. In 2002 wordt hij directeur van de sector Maatschappelijke, Economische en Culturele Ontwikkeling van Amsterdam.

Wanneer in 2004 wethouder Oudkerk wegens een schandaal moet aftreden komt de portefeuille Onderwijs, Jeugd, Werk en inkomen en Grotestedenbeleid vrij. Ahmed Aboutaleb, die al een tijd lid was van de PvdA, greep de kans en werd de nieuwe wethouder. Dankzij zijn inhoudelijke kennis, zijn empathie, verbindend vermogen en pragmatisme wist hij van zijn beleid een succes te maken.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 behaalde hij meer voorkeursstemmen dan de lijsttrekker van zijn partij, zodat hij nog een keer wethouder werd.

Staan voor Nederlandse normen en waarden

Als wethouder staat hij bekend als open en eerlijk. De vrees van sommigen, dat de benoeming van een burgemeester van Marokkaanse afkomst de Nederlandse waarden schade zou toebrengen bleek onterecht. Ahmed Aboutaleb mag dan wel een dubbele nationaliteit hebben, hij staat pal voor de Nederlandse waarden en de Grondwet. Soms leidt dat tot spanning met zijn niet-westerse achterban, zoals bij zijn voornemen de bijstand af te schaffen voor vrouwen die een boerka dragen.

Van Den Haag naar Amsterdam

Ahmed Aboutaleb viel ook in Den Haag op. Wouter Bos had hem op het oog als minister van Onderwijs in het kabinet Balkenende IV. Het werd uiteindelijk de baan van Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In 2008 besloot Ahmed Aboutaleb terug te keren naar het stadsbestuur. Hij solliciteerde, zonder dat zijn collega’s in Den Haag ervan op de hoogte waren, naar het burgemeesterschap van Rotterdam.

Zijn benoeming ging niet zonder slag of stoot. Leefbaar Rotterdam was, net als de PVV, tegenstander van de benoeming van Aboutaleb. Desalniettemin kreeg Ahmed Aboutaleb in 2009 de burgemeestersketting van Rotterdam omgehangen. Dat maakte hem tot de eerste burgemeester van Marokkaanse afkomst.

Goed luisteren

Inmiddels is hij bezig aan zijn derde termijn (van zes jaar) als burgemeester van de havenstad.

Luisteren beschouwt hij als speerpunt van zijn burgemeesterschap, vooral naar burgers die door wetten en regelgeving in de knel komen. “Goed beleid begint met luisteren, zorgen serieus nemen en hoop en perspectief bieden”, zegt hij hierover. Daarbij mogen ambtenaren wat hem betreft best creatief zijn: “We zeggen nu nog te vaak: de wet zegt niets over uw situatie, ik kan niets voor u betekenen. Maar we zouden eigenlijk moeten zeggen: juist dáárom gaan we iets regelen.”

Als een van de weinige burgemeesters van Marokkaanse afkomst in Europa, heeft hij een belangrijke rol gespeeld in het bevorderen van begrip en integratie. Zijn verhaal is een bron van inspiratie voor velen, een bewijs dat diversiteit een kracht is en geen belemmering.