Astrid Buijs: “Verbeteren is een soort van innoveren”

Astrid Buijs staat bekend als onderwijs innovator. Sinds ze in de jaren ’90 van de vorige eeuw haar eerste uren voor de klas stond, heeft ze zich hard gemaakt voor leerlinggericht onderwijs. Soms stuit ze daarbij op weerstand, maar altijd staat bij haar de leerling centraal. 

Onderwijs in de genen 

Astrid Buijs komt uit een echte onderwijsfamilie. Haar oma was directeur van een basisschool, net als haar oudtante. Haar andere oudtante was muzieklerares en haar overgrootvader docent wiskunde. Het onderwijs zat Buijs dus al een beetje in de genen. 

Toch was het geen uitgemaakte zaak dat ze voor de klas zou komen te staan. Ze studeerde Engels omdat ze het zo leuk vond boeken te lezen. Pas toen ze als kersverse doctorandus besloot nog een jaartje de lerarenopleiding te doen, ontdekte ze -tot haar verbazing- hoe leuk ze het vak vond. “Ik vond het omgaan met jonge mensen erg leuk. En ik vond het leuk om de inhoud over te brengen.” 

Nadat ze haar onderwijsbevoegdheid behaald had, mocht ze het in de praktijk waarmaken. Eerst als invaller, daarna als vaste kracht. Hoewel, vast? Buijs kijkt terug op een periode dat een vast contract voor leraren onhaalbaar was. “Ik kreeg geen vaste baan, althans geen vast contract. Ik was daar een beetje moe van, dus ben ik op het hbo gaan werken waar ze me dat wel konden bieden.” Maar het hbo bleek haar minder voldoening te brengen dan het voortgezet onderwijs. Op de middelbare school waar ze werkte mocht ze ook andere klassen les gaan geven. Ze ging het anderstalig onderwijs op zich nemen. “Ik had een klas vol kinderen van alle niveaus. Die moesten zo snel mogelijk instromen in het Nederlandse onderwijs. Alle niveaus en leeftijden door elkaar, in één lokaal en ik vond het geweldig.” 

Dit is waar haar passie voor onderwijs op maat echt tot ontwikkeling kwam. “Ik heb een heel systeem uitgedacht, waarin ieder kind op zijn eigen niveau onderwijs kon volgen, met eigen materiaal en een persoonlijk leerplan.” 

Loopbaan in drie fases 

Op het moment zelf besefte Astrid Buijs nog niet dat dit moment een kantelpunt in haar loopbaan zou betekenen. Terugblikkend op ruim drie decennia onderwijservaring onderscheidt ze drie fases in haar loopbaan. “De eerste fase is de fase dat ik docent was. Een jaar of 18 heb ik vooral voor de klas gestaan. Maar na een jaar of 8 dacht ik van oké, ik vind het hartstikke leuk, wil ik ook vooral blijven doen, maar ik wil ook andere dingen doen.” 

Ze werkte zich langzaam toe naar de positie van schoolleider. “Ik ben er allerlei dingen naast gaan doen. Ik ben bijvoorbeeld docenten gaan opleiden.” Daarbij stond ze mede aan de wieg van het fenomeen opleidingsschool. “Ik heb een heel systeem opgebouwd op mijn school, met begeleiders die andere docenten konden begeleiden in het lesgeven.” 

Toen dit systeem eenmaal bleek te werken rolde ze het uit richting andere scholen. Eerst bij de andere scholen in dezelfde stichting, daarna via een van de eerste geaccrediteerde opleidingsscholen: de mede door haar opgerichte Regionale Opleidingsschool (ROS) Rijnland. Ze bleef deel van het dagelijks bestuur van die school, tot het moment dat ze zelf schoolleider werd. 

Dit was in grote lijnen de tweede fase van haar loopbaan. “Er was nog meer hoor, want behalve de opleidingsschool heb ik in die periode ook leidinggegeven aan grote innovatietrajecten.” Zo werkte ze bijvoorbeeld aan het project Durven, Delen, Doen van de VO-Raad, behaalde ze de masteropleiding Educational Leadership en werd ze uiteindelijk sectordirecteur van een mavo-havo-vwo-school. 

Innovatie uit noodzaak 

Op deze school sloeg ze écht aan het innoveren. Niet alleen omdat ze leren en ontwikkelen leuk vindt, ook omdat het moest. “Mijn eerste jaar waren de eindexamenresultaten onder de maat. Ik wist eerst niet wat te doen. Ik greep terug op waar ik al meer van wist. ‘Oh ja, ik heb van innoveren verstand’. Dus ik wist ongeveer hoe je een ontwikkelproces moest aanpakken.” 

Ze realiseerde zich dat verbeteren ook een soort van innoveren is. “Als ik nou gewoon toepas wat ik eerder heb geleerd, dan zal het wel goed komen.” Dit heeft bijgedragen aan een verbetering in resultaten en heeft uiteindelijk geleid tot een innovatieve onderwijsafdeling.

Vervolgens is ze rector geweest van een andere onderwijsinstelling, om daarna als rector op een innovatieve middelbare school aan de slag te gaan. “Ik wilde deze laatste school verder helpen het onderwijssysteem onderwijs-op-maat, waar zij al jaren mee bezig waren, uit te bouwen tot een succesvol geheel. Hun onderwijsvisie past heel erg bij die van mij.” 

Zij werkte al tijden met persoonlijke leerplannen, formatief toetsen en coaching. “Er werd al coaching ingeroosterd, dat vond ik belangrijk. Ook werd er al aan de leervaardigheden gewerkt en was alles digitaal. Ik ben zelf ook wel heel erg van het digitale, dat past bij mijn onderwijsvisie. Daar lagen in mijn ogen al heel veel bouwstenen om dat idee wat ik in mijn hoofd had verder te brengen. En vooral als een school dat zelf wil, wil ik daaraan meewerken.” 

Onverwachte uitdaging 

Ondanks de goede naam op het gebied van onderwijs op maat, bleek het niet allemaal rozengeur en maneschijn te zijn. “Het werd me al vrij snel nadat ik in dienst kwam duidelijk dat er grote uitdagingen waren. Daardoor was ik genoodzaakt tot drastische acties.” Gesteld voor dergelijke grote uitdagingen gaan de ogen van Astrid Buijs glinsteren. “Dat is een beetje mijn probleem. Als het lijkt dat het niet kan, dan wordt het leuk. Want het kan uiteindelijk altijd.” 

Wat we bedachten was niet helemaal nieuw, want in de onderbouw werkte het onderwijsmodel, dat ze samen met het team voorbereidde, voor een belangrijk deel al. Met hulp van een extern bureau én wetenschappelijke ondersteuning werd het proces zorgvuldig vormgegeven. “Ik bedacht dat dit model ook wel eens interessant zou kunnen zijn voor heel veel scholen in Nederland. Vandaar dat ik het van belang vond om ook wetenschappers mee te laten kijken.”