Joris van Wijk werkt aan transities in de zorg

Verandering is de enige constante, sprak de Griekse filosoof Heraclitus 2.500 jaar geleden. Joris van Wijk voelt zich als een vis in het water bij die waarheid. 

De eerste grote verandering voor Van Wijk was de overstap van de bancaire sector naar de zorg. De stap naar de als soft bekend staande zorgsector ligt niet direct voor de hand voor iemand die zich, met een MBA op zak, al 10 jaar succesvol opereerde binnen de keiharde bancaire wereld. De overstap van finance naar zorg vond dan ook niet plotsklaps plaats, maar bestond uit verschillende kleine veranderingen. 

Zelfstandig ondernemerschap

De eerste stap voor deze persoonlijke transitie werd gezet in 2002, toen hij de Rabobank verliet om Residence Fusies en Overnames op te starten. In die rol hielp hij ondernemers met het kopen en verkopen van bedrijven. In 2008 kreeg hij de kans om zich ook met commercieel vastgoed bezig te houden. 

Hij raakte betrokken bij een project rondom zorgvastgoed. In dit project werkte hij samen met een projectontwikkelaar. Toen deze afhaakte omdat hij zich wilde focussen op het bouwen van locaties, werd Van Wijk gedwongen zich te verdiepen in de exploitatie van de zorglocaties. 

Dit was zijn eerste kennismaking met de zorgsector en het begin van een geheel nieuwe richting in zijn carrière.

Nieuwsgierig geworden naar deze voor hem nieuwe wereld verdiepte Joris van Wijk zich in de complexiteit van de zorgsector. Binnen de sector speelden verschillende uitdagingen op het gebied van bekostiging en vastgoed, dus het was een logische stap dat hij een adviserende rol op zich nam. 

Als transitiemanager slaagde hij erin verschillende zorginstellingen verder te helpen. Zijn vermogen om te wisselen tussen operationeel en strategisch niveau bleek daarbij een grote kracht. Maar zelf schrijft hij zijn successen toe aan zijn visie dat de kwaliteit van de organisatie een direct gevolg is van de kwaliteit van leiderschap.

Tegen de stroom in

Dat leidde er zelfs toe dat hij bij één van de organisaties waar hij werkte volledig tegen de gangbare trend in ging. Veel zorgorganisaties gingen vanuit het oogpunt van kostenbesparing en efficiency over op zelfsturende teams. Op de werkvloer werd weleens gekscherend gesproken over zelf-stuurloze teams. 

Of deze grappen hem ter ore zijn gekomen is onduidelijk. Toch besloot hij dat de zelfsturende teams weer plaats moesten maken voor afdelingen met teamleiders. Maar dan wél met sterk leiderschap, wat voor hem betekent dat naar én binnen het team duidelijkheid wordt gecreëerd, zodat het team weet waar hun verantwoordelijkheden liggen. Op die manier kunnen de teams ook groeien, is de overtuiging van Van Wijk. 

Daarom brak hij met de traditie om de beste zorgprofessionals aan te stellen als teamleider. Hij wil dat teamleiders worden geselecteerd op hun leiderschapskwaliteiten. 

Zijn teamleiders krijgen de vrijheid om hechte teams op te bouwen. En daar helpt hij graag bij. “Ik vind het leuk om een team te bouwen en te zien dat door goed, sterk leiderschap een team gaat groeien. Dit komt ook ten goede van de kwaliteit van zorg.”